OMGEVINGSWARMTE GEBRUIKEN

Een warmtepomp is een apparaat dat duurzame omgevingswarmte van een laag naar een hoger en daardoor bruikbaar temperatuurniveau brengt.

In feite werkt het systeem hetzelfde als en koelkast. De vloeistof in het circulatiesysteem onttrekt warmte aan de koelkast. Daardoor daalt de temperatuur in de koelruimte. Een compressor laat de druk en temperatuur stijgen. Aan de achterzijde bevindt zich de warmtewisselaar die de warmte aan de omgeving afgeeft. Voor het samenpersen van de vloeistof is enerig nodig: de aandrijfenergie. Hoe efficiënt dat gebeurt wordt uitgedrukt met de term Coëfficiënt of Performance, COP.

 

Bij een warmtepompsysteem wordt de warmte onttrokken aan de omgeving zoals bodem, water, lucht of afvalwarmte. Voor het aandrijven van de warmtepomp is een beperkte hoeveelheid primaire energie nodig. Door duurzame energie te benutten kan een warmtepomp tot 50% primaire energie besparen ten opzichte van een CV-ketel.

Warmtepompen kunnen niet zonder meer worden toegepast. Een warmtepompsysteem bestaat altijd uit drie onderdelen:

 

• de warmtepomp zelf

• een warmtebron

• een geschikt warmte-afgiftesysteem